dinsdag 15 juli 2008

Versjes Annie M.G. Smidt



De regenworm en zijn moeder
Er was een regenworm in Sneek
Die altijd naar de sterren keek,
En fluisterde: "Hoe schoon, hoe schoon...
Zijn moeder zei: Doe toch gewoon
Kijk naar beneden, naar de grond
Dat is normaal, dat is gezond
Kijk naar beneden, zoals ik...

En toen? Toen kwam de leeuwerik!

Het wormpje, dat naar boven staarde
Zag hem op tijd en kroop in d'aarde
Maar moe, die naar beneden keek
Werd opgegeten (Daar in Sneek)
Dus doe nooit wat je moeder zegt
Dan komt het allemaal terecht

Bent u ook uit Amerongen?
Bent u ook uit Amerongen? vroeg de theedoek aan de schort.
Wel, daar heb ik ook gewoond. M'n hele leven, tot voor kort.
Wat toevallig, wat toevallig, zei de schort, het geeft zo'n band!
Vindt u Amerongen ook de mooiste plaats van 't hele land?

Sssst... een beetje zachter praten, zei de theedoek tot de schort,
anders zouden we riskeren, dat de rest afgunstig wordt;
al die hemden en die broeken en die slopen aan de lijn
zijn afgunstig, weet u, daar ze niet uit Amerongen zijn!

Is het werkelijk? vroeg de schort. Dat is ontzettend geborneerd!
Maar ze kunnen het niet helpen, want ze hebben niets geleerd.
Kijk ze daar nou toch 's hangen, met die afgunst in hun ziel!
Wat bekrompen, vindt u ook niet? Wat bekrompen, voor textiel!

'k Zou niet met ze willen ruilen, zei de theedoek. Voor geen goud!
Toen werd al het goed gestreken, op de strijkplank, met de bout.
Wat een bruut hè? riep de theedoek. Au! het sist! Hij doet me pijn!
En hij heeft totaal geen eerbied; hij beseft niet Wie We Zijn!

Ja, zo gaat het in de wereld. En het maakt ons weer iets wijzer:
al of niet uit Amerongen, men komt onder 't hete ijzer.

1 opmerking:

Anoniem zei

Aahh leuk.
Vooral die 1e!